Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. neersteken:


Dutch

Detailed Translations for neersteken from Dutch to French

neersteken:

neersteken verb (steek neer, steekt neer, stak neer, staken neer, neergestoken)

  1. neersteken (overhoopsteken; doodsteken)
    poignarder; larder de coups de couteau
    • poignarder verb (poignarde, poignardes, poignardons, poignardez, )

Conjugations for neersteken:

o.t.t.
  1. steek neer
  2. steekt neer
  3. steekt neer
  4. steken neer
  5. steken neer
  6. steken neer
o.v.t.
  1. stak neer
  2. stak neer
  3. stak neer
  4. staken neer
  5. staken neer
  6. staken neer
v.t.t.
  1. heb neergestoken
  2. hebt neergestoken
  3. heeft neergestoken
  4. hebben neergestoken
  5. hebben neergestoken
  6. hebben neergestoken
v.v.t.
  1. had neergestoken
  2. had neergestoken
  3. had neergestoken
  4. hadden neergestoken
  5. hadden neergestoken
  6. hadden neergestoken
o.t.t.t.
  1. zal neersteken
  2. zult neersteken
  3. zal neersteken
  4. zullen neersteken
  5. zullen neersteken
  6. zullen neersteken
o.v.t.t.
  1. zou neersteken
  2. zou neersteken
  3. zou neersteken
  4. zouden neersteken
  5. zouden neersteken
  6. zouden neersteken
en verder
  1. ben neergestoken
  2. bent neergestoken
  3. is neergestoken
  4. zijn neergestoken
  5. zijn neergestoken
  6. zijn neergestoken
diversen
  1. steek neer!
  2. steekt neer!
  3. neergestoken
  4. neerstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for neersteken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
larder de coups de couteau doodsteken; neersteken; overhoopsteken
poignarder doodsteken; neersteken; overhoopsteken overhoop steken