Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate opgesteld

Translate opgesteld from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

opgesteld:
- remonté
opstellen:
- mise en page; rédaction; edition
Wiktionary:
- opstellen → rédiger, écrire
- opstellen → agencer

Dutch

Detailed Translations for opgesteld from Dutch to French

opgesteld:

opgesteld adj

opgesteld (opgemaakt)
remonté
- remonté adj

Translation Matrix for opgesteld:

Modifier	Related Translations	Other Translations
remonté	opgemaakt; opgesteld	opgevaren

opstellen:

opstellen [het ~] noun

het opstellen (redigeren; opmaken)
la mise en page; la rédaction; l'edition
- mise en page [la ~] noun
- rédaction [la ~] noun
- edition [la ~] noun

Translation Matrix for opstellen:

Noun	Related Translations	Other Translations
edition	opmaken; opstellen; redigeren
mise en page	opmaken; opstellen; redigeren	pagina-indeling; pagina-instelling
rédaction	opmaken; opstellen; redigeren	formulering; opstel; redactie; redactiecommissie; scriptie; verhandeling; verslag; werkstuk
Verb	Related Translations	Other Translations
-	neerzetten

Related Words for "opstellen":

opstel

Synonyms for "opstellen":

neerzetten

Antonyms for "opstellen":

optillen; tillen

Related Definitions for "opstellen":

het ergens rechtop plaatsen¹
- hoe zullen we de stoelen opstellen?¹
bedenken of ontwerpen¹
- wilt u die brief opstellen?¹
ergens gaan staan¹
- ik stelde me verdekt op¹
je zo gedragen, zo'n houding hebben¹
- zij stelde zich vijandig op¹

Wiktionary Translations for opstellen:

opstellen

verb

mettre par écrit, en bon ordre, dans un style clair et convenable, des lois, des règlements, des décisions, des résolutions prises dans une assemblée, ou les matériaux d’un ouvrage, ou les idées fournir en commun pour quelque écrire
- rédiger → opmaken; opstellen; redigeren; stellen; stileren
Exercer le métier d’auteur
- écrire → schrijven; stellen; opstellen; scheppen
Qualité du style
- écrire → schrijven; stellen; opstellen

Cross Translation:

From	To	Via
• opstellen	→ agencer	↔ gestalten — einem Gegenstand oder Prozess eine Form oder ein Konzept geben

¹Muiswerk Woordenboek