Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. techniek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for techniek from Dutch to French

techniek:

techniek [de ~ (v)] noun

  1. de techniek (mate van kunstbeheersing)
    l'habileté; la compétence; l'adresse

Translation Matrix for techniek:

NounRelated TranslationsOther Translations
adresse mate van kunstbeheersing; techniek adres; adressering; behendigheid; bekwaamheid; e-mailadres; foef; foefje; handigheid; internet-e-mailadres; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; truc; vaardigheid
compétence mate van kunstbeheersing; techniek bekwaamheid; bevoegd zijn; bevoegdheid; capabelheid; capaciteit; competentie; deskundigheid; handigheid; kennis van zaken; kneep; kunde; kundigheid; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; vakkundigheid
habileté mate van kunstbeheersing; techniek behendigheid; bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; foef; foefje; gewiekstheid; handigheid; intelligentie; kennis van zaken; kneep; kneepje; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; kwaliteit; maniertje; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vakkundigheid

Related Words for "techniek":

  • technieken

Related Definitions for "techniek":

  1. kennis en hulpmiddelen voor het laten werken van machines en apparaten1
    • de modernste technieken zijn gebruikt voor dit bouwwerk1
  2. manier waarop je iets maakt of uitvoert1
    • deze voetballer heeft een prachtige techniek1

Wiktionary Translations for techniek:

techniek
noun
  1. De bewerkingen en verrichtingen die nodig zijn om iets tot stand te brengen
techniek
noun
  1. manière d’accomplir une tâche qui n’est pas immédiatement évidente.

Cross Translation:
FromToVia
techniek technique technique — practical aspects of a given art

Related Translations for techniek