Summary
English to Dutch: more detail...
- addition:
-
Wiktionary:
- addition → sommering, optelling, sommeren, optellen, toevoeging, additie
- addition → toevoeging, optelling, aanhangsel, appendix, wormvormig aanhangsel, bijlage, toeslag, supplement, bijkomstigheid, bijwerk, bijzaak
English
Detailed Translations for addition from English to Dutch
addition:
-
the addition (addendum; appendix; supplement; affix; appendage; extra)
de toevoeging; de appendix; de aanvulling; het addendum; het aanhangsel; het supplement; het bijvoegsel; het toevoegsel -
the addition
-
the addition
de bijtelling -
the addition (additive; extension)
-
the addition (annex; expansion; enlargement; extension)
-
the addition (sum; total amount; count)
-
the addition (extension; additive)
-
the addition (accretion; increase; rise; growth)
Translation Matrix for addition:
Related Words for "addition":
Synonyms for "addition":
Antonyms for "addition":
Related Definitions for "addition":
Wiktionary Translations for addition:
addition
Cross Translation:
noun
addition
-
arithmetic: thing added
-
arithmetic: process of adding
-
thing added
- addition → toevoeging
-
act of adding
- addition → toevoeging
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• addition | → toevoeging | ↔ Addition — Mathematik: Zusammenzählung zweier Zahlen |
• addition | → optelling | ↔ addition — Action d'ajouter. |
• addition | → aanhangsel; appendix; wormvormig aanhangsel; bijlage; toevoeging; toeslag; supplement; bijkomstigheid; bijwerk; bijzaak | ↔ appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage. |
External Machine Translations: