Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. flush out:


English

Detailed Translations for flush out from English to Dutch

flush out:

flush out verb

  1. flush out (flush)
    doorspoelen; wegspoelen; doortrekken; spoelen
    • doorspoelen verb (spoel door, spoelt door, spoelde door, spoelden door, doorgespoeld)
    • wegspoelen verb (spoel weg, spoelt weg, spoelde weg, spoelden weg, weggespoeld)
    • doortrekken verb (trek door, trekt door, trok door, trokken door, doorgetrokken)
    • spoelen verb (spoel, spoelt, spoelde, spoelden, gespoeld)

Translation Matrix for flush out:

NounRelated TranslationsOther Translations
wegspoelen washing away
VerbRelated TranslationsOther Translations
doorspoelen flush; flush out
doortrekken flush; flush out
spoelen flush; flush out rinse; swill
wegspoelen flush; flush out

Related Translations for flush out