Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate jewels

Translate jewels from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

jewels:
- sieraden; bijouterieën; juwelen; sierstenen; edelstenen; glimmers

English

Detailed Translations for jewels from English to Dutch

jewels:

jewels [the ~] noun

the jewels (ornaments; jewellery; bijous; gems)
de sieraden; de bijouterieën; de juwelen
- sieraden [de ~] noun, plural
- bijouterieën [de ~] noun, plural
- juwelen [de ~] noun, plural
the jewels (precious stones; gemstones; bijous)
de sierstenen; de edelstenen
- sierstenen [de ~] noun, plural
- edelstenen [de ~] noun, plural
the jewels (ornaments; gems; jewellery; bijous; stones)
de glimmers
- glimmers [de ~] noun, plural

Translation Matrix for jewels:

Noun	Related Translations	Other Translations
bijouterieën	bijous; gems; jewellery; jewels; ornaments
edelstenen	bijous; gemstones; jewels; precious stones
glimmers	bijous; gems; jewellery; jewels; ornaments; stones
juwelen	bijous; gems; jewellery; jewels; ornaments	cut precious stones
sieraden	bijous; gems; jewellery; jewels; ornaments	ornaments
sierstenen	bijous; gemstones; jewels; precious stones

Related Translations for jewels