Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. chagrijnen:
  2. chagrijn:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for chagrijnen from Dutch to English

chagrijnen:

chagrijnen [de ~] noun, plural

  1. de chagrijnen
    the grouches; the grumblers
  2. de chagrijnen (zuurpruimen)
    the curmudgeons; the sourfaces; the sourpusses

Translation Matrix for chagrijnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
curmudgeons chagrijnen; zuurpruimen
grouches chagrijnen
grumblers chagrijnen
sourfaces chagrijnen; zuurpruimen
sourpusses chagrijnen; zuurpruimen

Related Words for "chagrijnen":


chagrijn:

chagrijn [het ~] noun

  1. het chagrijn (ergernis)
    the annoyance; the chagrin; the vexation
  2. het chagrijn (zuurpruim)
    the sourpuss; the peevish person; the curmudgeon
  3. het chagrijn (spelbreker)
    the wet blanket; the moper; the wet

Translation Matrix for chagrijn:

NounRelated TranslationsOther Translations
annoyance chagrijn; ergernis aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen
chagrin chagrijn; ergernis aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen
curmudgeon chagrijn; zuurpruim kniesoor; schrielhannes
moper chagrijn; spelbreker druil; druiloortje
peevish person chagrijn; zuurpruim gemelijke kerel; nijdas
sourpuss chagrijn; zuurpruim sjacherijn
vexation chagrijn; ergernis aanstoot; aanvechting; bekoring; ergernis; irritatie; korzeligheid; misnoegen; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking
wet chagrijn; spelbreker schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje
wet blanket chagrijn; spelbreker
VerbRelated TranslationsOther Translations
wet afbetten; begieten; besproeien; bespuiten; betten; bevochtigen; deppen; nat maken; sproeien; water geven
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
wet humide; met neerslag; nat; regenachtig; vochtig

Related Words for "chagrijn":


Wiktionary Translations for chagrijn:

chagrijn
noun
  1. distress from failure; vexation or mortification