Dutch

Detailed Translations for ergernis from Dutch to English

ergernis:

ergernis [de ~ (v)] noun

  1. de ergernis (chagrijn)
    the annoyance; the chagrin; the vexation
  2. de ergernis (overlast; hinder)
    the nuisance
  3. de ergernis (irritatie; aanstoot; misnoegen)
    the annoyance; the irritation; the vexation; the nuisance; the chagrin; the drag
  4. de ergernis (beproeving; kwelling; grief; )
    the ordeal; the test; the testing
  5. de ergernis (wrevel; irritatie)
    the irritability; the irritation; the pique

Translation Matrix for ergernis:

NounRelated TranslationsOther Translations
annoyance aanstoot; chagrijn; ergernis; irritatie; misnoegen
chagrin aanstoot; chagrijn; ergernis; irritatie; misnoegen
drag aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen dreg; dreganker; dreghaak; haal; haaltje; jachtwagen; luchtweerstand; trekje; trekje aan een sigaret
irritability ergernis; irritatie; wrevel geprikkeldheid; geraaktheid; lichtgeraaktheid; overgevoeligheid; prikkelbaarheid
irritation aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen; wrevel irritatie; korzeligheid
nuisance aanstoot; ergernis; hinder; irritatie; misnoegen; overlast hinder; hinderlijk persoon; last; lastigheid; lastpak; lastpost; mishandeling; moeite; molestatie; ongemak; ongerief; overlast; pestkop; soesa; treiteraar
ordeal beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie aanvechting; bekoring; beproeving; ernstige toetsing; godsoordeel; oordeel van god; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking; vuurproef
pique ergernis; irritatie; wrevel gegriefdheid; geprikkeldheid; geraaktheid; haatdragendheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; rancune; verstoordheid; wrevel
test beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie chemische verbinding; computertoets; maatstaf; probeersel; proef; proefwerk; reagens; repetitie; test; toets; toetssteen
testing beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie beproeving; ernstige toetsing; keuring; proef; testen; toetsing
vexation aanstoot; chagrijn; ergernis; irritatie; misnoegen aanvechting; bekoring; irritatie; korzeligheid; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking
VerbRelated TranslationsOther Translations
drag aanslepen; dreggen; graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; sjorren; sjouwen; slepen; sleuren; snaaien; torsen; wegkapen; zeulen
test aanvragen; aanzoeken; beproeven; examen afnemen; examineren; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; overhoren; proberen; proeven; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen

Related Words for "ergernis":


Wiktionary Translations for ergernis:

ergernis
noun
  1. een zaak die gevoelens van onvrede oproept
ergernis
noun
  1. vexation; irritation of mind; rage
  2. annoyance or grievance
  3. vexation, chagrin, mortification
  4. act of annoying, vexing or irritating

Cross Translation:
FromToVia
ergernis annoyance; irritation; indignation; exasperation; resentment agacementaction d’agacer, sentiment; impression qu'on y éprouver.
ergernis desolation; affliction; distress; sorrow; woe; sadness; pain désolationextrême affliction.
ergernis scandal scandale — Ce qui est occasion de tomber dans l’erreur.