Dutch
Detailed Translations for hinderlijk persoon from Dutch to English
hinderlijk persoon:
Translation Matrix for hinderlijk persoon:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bore | hinderlijk persoon; lastpak; lastpost | diameter; geitenbreier; middellijn; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet |
handful | hinderlijk persoon; lastpak; lastpost | |
nuisance | hinderlijk persoon; lastpak; lastpost | aanstoot; ergernis; hinder; irritatie; last; lastigheid; mishandeling; misnoegen; moeite; molestatie; ongemak; ongerief; overlast; pestkop; soesa; treiteraar |
pain in the neck | hinderlijk persoon; lastpak; lastpost | ellendeling; etter; etterbak; geitenbreier; kaffer; klier; kreng; mispunt; rotvent; schoft; schurk; smeerlap; snertvent; stuk ongeluk; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet |
pest | hinderlijk persoon; lastpak; lastpost | |
troublemaker | hinderlijk persoon; lastpak; lastpost | druktemaker; haantje; herrieschopper; kemphaan; onruststoker; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter; zenuwlijder |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bore | aanboren; boren; vervelen |