Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ondergeschiktheid:
  2. ondergeschikt:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ondergeschiktheid from Dutch to English

ondergeschiktheid:

ondergeschiktheid [de ~ (v)] noun

  1. de ondergeschiktheid
    the subordination

Translation Matrix for ondergeschiktheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
subordination ondergeschiktheid onderhorigheid; subordinatie

Related Words for "ondergeschiktheid":


ondergeschiktheid form of ondergeschikt:


Translation Matrix for ondergeschikt:

NounRelated TranslationsOther Translations
inferior inferieur; mindere; ondergeschikte
minor minderjarige; onmondige
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
inferior bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen arm; incapabel; incompetent; inferieur; klein; minderwaardig; onbekwaam; ondermaats; ondeugdelijk; ongeschikt; slecht; tweederangs; van geringe afmeting; zwak
minor bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen gering; luttel; miniem; minimaal; minste; minuscuul; weinig; zeer klein
secondary bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen middelbaar; secondair; secundair
subordinate bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen subaltern

Related Words for "ondergeschikt":


Wiktionary Translations for ondergeschikt:

ondergeschikt
adjective
  1. van minder belang
ondergeschikt
adjective
  1. placed in a lower class, rank, or position