Summary
Dutch
Detailed Translations for onraad from Dutch to English
onraad:
Translation Matrix for onraad:
Noun | Related Translations | Other Translations |
danger | onraad | gevaar; onheil; onheilsdreiging; onveiligheid; ramp |
trouble | onraad | bemoeilijking; beroering; chaos; ellende; gedram; gehannes; gestuntel; gevaar; gezanik; gezeur; heksenketel; hinder; keet; knik; kommer; kwaal; kwel; lastigheid; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onrust; onspoed; opstootje; ordeverstoring; overlast; pech; puinhoop; ramp; rampspoed; regelloosheid; rel; roerigheid; rottigheid; slepende ziekte; stoornis; strubbeling; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen; wanorde; wanordelijkheid; zootje |
Verb | Related Translations | Other Translations |
trouble | lastig maken; lastigvallen; teisteren |