Dutch
Detailed Translations for uitkloppen from Dutch to English
uitkloppen:
-
uitkloppen (uitdeuken)
Conjugations for uitkloppen:
o.t.t.
- klop uit
- klopt uit
- klopt uit
- kloppen uit
- kloppen uit
- kloppen uit
o.v.t.
- klopte uit
- klopte uit
- klopte uit
- klopten uit
- klopten uit
- klopten uit
v.t.t.
- heb uitgeklopt
- hebt uitgeklopt
- heeft uitgeklopt
- hebben uitgeklopt
- hebben uitgeklopt
- hebben uitgeklopt
v.v.t.
- had uitgeklopt
- had uitgeklopt
- had uitgeklopt
- hadden uitgeklopt
- hadden uitgeklopt
- hadden uitgeklopt
o.t.t.t.
- zal uitkloppen
- zult uitkloppen
- zal uitkloppen
- zullen uitkloppen
- zullen uitkloppen
- zullen uitkloppen
o.v.t.t.
- zou uitkloppen
- zou uitkloppen
- zou uitkloppen
- zouden uitkloppen
- zouden uitkloppen
- zouden uitkloppen
en verder
- ben uitgeklopt
- bent uitgeklopt
- is uitgeklopt
- zijn uitgeklopt
- zijn uitgeklopt
- zijn uitgeklopt
diversen
- klop uit !
- klopt uit !
- uitgeklopt
- uitkloppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitkloppen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bump out | uitdeuken; uitkloppen | |
flatten | uitdeuken; uitkloppen | afplatten; effenen; fijndrukken; platdrukken; platmaken; platstampen; platwalsen; pletten |
External Machine Translations: