Dutch
Detailed Translations for verfrissen from Dutch to English
verfrissen:
-
verfrissen (opfrissen; verkwikken; verkoelen; verlevendigen)
-
verfrissen (opfrissen; verlevendigen; verkwikken)
-
verfrissen (verkwikken)
Conjugations for verfrissen:
o.t.t.
- verfris
- verfrist
- verfrist
- verfrissen
- verfrissen
- verfrissen
o.v.t.
- verfriste
- verfriste
- verfriste
- verfristen
- verfristen
- verfristen
v.t.t.
- heb verfrist
- hebt verfrist
- heeft verfrist
- hebben verfrist
- hebben verfrist
- hebben verfrist
v.v.t.
- had verfrist
- had verfrist
- had verfrist
- hadden verfrist
- hadden verfrist
- hadden verfrist
o.t.t.t.
- zal verfrissen
- zult verfrissen
- zal verfrissen
- zullen verfrissen
- zullen verfrissen
- zullen verfrissen
o.v.t.t.
- zou verfrissen
- zou verfrissen
- zou verfrissen
- zouden verfrissen
- zouden verfrissen
- zouden verfrissen
diversen
- verfris!
- verfrist!
- verfrist
- verfrissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verfrissen:
Wiktionary Translations for verfrissen:
verfrissen
Cross Translation:
verb
-
to become cooler (temperature
-
To renew or revitalize
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verfrissen | → refresh | ↔ rafraîchir — rendre frais |
External Machine Translations: