Noun | Related Translations | Other Translations |
anesthésie
|
bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
|
emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; narcose; ongevoeligheid; verdoving
|
défaillance
|
bedwelming; flauwte; katzwijm; versuffing; zwijm
|
fout; gebrek; geen kracht hebben; impotentie; krachteloosheid; manco; onmacht; slapte; tekort; zwakheid
|
faiblesse
|
flauwte; katzwijm; zwijm
|
broosheid; futloosheid; gebrek; geen kracht hebben; gevoeligheid; impotentie; krachteloosheid; kwetsbaarheid; laksheid; loomheid; machteloosheid; manco; matheid; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; sulligheid; teerheid; weekheid; weekte; weerloosheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte
|
griserie
|
bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
|
roes; zwijmel
|
pâmoison
|
flauwte; katzwijm; zwijm
|
|
syncope
|
flauwte; katzwijm; zwijm
|
syncope
|
torpeur
|
bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
|
|
étourdissement
|
bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
|
duizeligheid; duizeling; gevoelloosheid; verdoofdheid; verdoving; zwijmel
|
évanouissement
|
bedwelming; flauwte; katzwijm; versuffing; zwijm
|
bewusteloosheid; sluiereffect
|