Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. dwalen:


Dutch

Detailed Synonyms for dwalen in Dutch

dwalen:

dwalen verb (dwaal, dwaalt, dwaalde, dwaalden, gedwaald)

  1. dwalen
    dwalen
    • dwalen verb (dwaal, dwaalt, dwaalde, dwaalden, gedwaald)

Conjugations for dwalen:

o.t.t.
  1. dwaal
  2. dwaalt
  3. dwaalt
  4. dwalen
  5. dwalen
  6. dwalen
o.v.t.
  1. dwaalde
  2. dwaalde
  3. dwaalde
  4. dwaalden
  5. dwaalden
  6. dwaalden
v.t.t.
  1. heb gedwaald
  2. hebt gedwaald
  3. heeft gedwaald
  4. hebben gedwaald
  5. hebben gedwaald
  6. hebben gedwaald
v.v.t.
  1. had gedwaald
  2. had gedwaald
  3. had gedwaald
  4. hadden gedwaald
  5. hadden gedwaald
  6. hadden gedwaald
o.t.t.t.
  1. zal dwalen
  2. zult dwalen
  3. zal dwalen
  4. zullen dwalen
  5. zullen dwalen
  6. zullen dwalen
o.v.t.t.
  1. zou dwalen
  2. zou dwalen
  3. zou dwalen
  4. zouden dwalen
  5. zouden dwalen
  6. zouden dwalen
en verder
  1. ben gedwaald
  2. bent gedwaald
  3. is gedwaald
  4. zijn gedwaald
  5. zijn gedwaald
  6. zijn gedwaald
diversen
  1. dwaal!
  2. dwaalt!
  3. gedwaald
  4. dwalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze