Dutch

Detailed Synonyms for gestemd in Dutch

gestemd:

gestemd adj

  1. gestemd
  2. gestemd
    – in een vrolijke of sombere bui zijn 1
    gestemd
    – in een vrolijke of sombere bui zijn 1
    • gestemd adj
      • hij was vrolijk gestemd vandaag1

Related Definitions for "gestemd":

  1. in een vrolijke of sombere bui zijn1
    • hij was vrolijk gestemd vandaag1

gestemd form of stemmen:

stemmen [het ~] noun

  1. het stemmen
    het stemmen; het kiezen; een stem uitbrengen

stemmen verb (stem, stemt, stemde, stemden, gestemd)

  1. stemmen
    kiezen; stemmen; zijn stem uitbrengen
  2. stemmen
    – bij verkiezing of vergadering zeggen waar je voor bent 1
    stemmen
    – bij verkiezing of vergadering zeggen waar je voor bent 1
    • stemmen verb (stem, stemt, stemde, stemden, gestemd)
      • ik stem op geen enkele politieke partij1
  3. stemmen
    – een bepaald gevoel geven 1
    stemmen
    – een bepaald gevoel geven 1
    • stemmen verb (stem, stemt, stemde, stemden, gestemd)
      • de regen stemde hem treurig1
  4. stemmen
    – op de juiste toon instellen 1
    stemmen
    – op de juiste toon instellen 1
    • stemmen verb (stem, stemt, stemde, stemden, gestemd)
      • wil jij mijn gitaar stemmen?1

Conjugations for stemmen:

o.t.t.
  1. stem
  2. stemt
  3. stemt
  4. stemmen
  5. stemmen
  6. stemmen
o.v.t.
  1. stemde
  2. stemde
  3. stemde
  4. stemden
  5. stemden
  6. stemden
v.t.t.
  1. heb gestemd
  2. hebt gestemd
  3. heeft gestemd
  4. hebben gestemd
  5. hebben gestemd
  6. hebben gestemd
v.v.t.
  1. had gestemd
  2. had gestemd
  3. had gestemd
  4. hadden gestemd
  5. hadden gestemd
  6. hadden gestemd
o.t.t.t.
  1. zal stemmen
  2. zult stemmen
  3. zal stemmen
  4. zullen stemmen
  5. zullen stemmen
  6. zullen stemmen
o.v.t.t.
  1. zou stemmen
  2. zou stemmen
  3. zou stemmen
  4. zouden stemmen
  5. zouden stemmen
  6. zouden stemmen
en verder
  1. ben gestemd
  2. bent gestemd
  3. is gestemd
  4. zijn gestemd
  5. zijn gestemd
  6. zijn gestemd
diversen
  1. stem!
  2. stemt!
  3. gestemd
  4. stemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "stemmen":


Related Definitions for "stemmen":

  1. bij verkiezing of vergadering zeggen waar je voor bent1
    • ik stem op geen enkele politieke partij1
  2. een bepaald gevoel geven1
    • de regen stemde hem treurig1
  3. op de juiste toon instellen1
    • wil jij mijn gitaar stemmen?1

Related Synonyms for gestemd