Dutch
Detailed Synonyms for ontzag inboezemen in Dutch
ontzag inboezemen:
ontzag inboezemen verb (boezem ontzag in, boezemt ontzag in, boezemde ontzag in, boezemden ontzag in, ontzag ingeboezemd)
-
ontzag inboezemen
indruk maken; imponeren; ontzag inboezemen; eerbied wekken-
ontzag inboezemen verb (boezem ontzag in, boezemt ontzag in, boezemde ontzag in, boezemden ontzag in, ontzag ingeboezemd)
-
eerbied wekken verb
Conjugations for ontzag inboezemen:
o.t.t.
- boezem ontzag in
- boezemt ontzag in
- boezemt ontzag in
- boezemen ontzag in
- boezemen ontzag in
- boezemen ontzag in
o.v.t.
- boezemde ontzag in
- boezemde ontzag in
- boezemde ontzag in
- boezemden ontzag in
- boezemden ontzag in
- boezemden ontzag in
v.t.t.
- heb ontzag ingeboezemd
- hebt ontzag ingeboezemd
- heeft ontzag ingeboezemd
- hebben ontzag ingeboezemd
- hebben ontzag ingeboezemd
- hebben ontzag ingeboezemd
v.v.t.
- had ontzag ingeboezemd
- had ontzag ingeboezemd
- had ontzag ingeboezemd
- hadden ontzag ingeboezemd
- hadden ontzag ingeboezemd
- hadden ontzag ingeboezemd
o.t.t.t.
- zal ontzag inboezemen
- zult ontzag inboezemen
- zal ontzag inboezemen
- zullen ontzag inboezemen
- zullen ontzag inboezemen
- zullen ontzag inboezemen
o.v.t.t.
- zou ontzag inboezemen
- zou ontzag inboezemen
- zou ontzag inboezemen
- zouden ontzag inboezemen
- zouden ontzag inboezemen
- zouden ontzag inboezemen
diversen
- boezem ontzag in!
- boezemt ontzag in!
- ontzag ingeboezemd
- ontzag inboezemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze