Dutch

Detailed Synonyms for onvrede in Dutch

onvrede:

onvrede [de ~] noun

  1. de onvrede
    het onbehagen; de onvrede; het misnoegen; de onmin
  2. de onvrede
    het onbehagen; de onvrede; de onaangenaamheid; de ontevredenheid; het misnoegen; de onbehaaglijkheid
  3. de onvrede
    de onenigheid; de onmin; de onvrede