Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. verschroeid:
  2. verschroeien:


Dutch

Detailed Synonyms for verschroeid in Dutch

verschroeid:

verschroeid adj

  1. verschroeid

verschroeien:

verschroeien verb (verschroei, verschroeit, verschroeide, verschroeiden, verschroeid)

  1. verschroeien
    branden; verschroeien; zengen; blakeren; verzengen
    • branden verb (brand, brandt, brandde, brandden, gebrand)
    • verschroeien verb (verschroei, verschroeit, verschroeide, verschroeiden, verschroeid)
    • zengen verb (zeng, zengt, zengde, zengden, gezengen)
    • blakeren verb (blaker, blakert, blakerde, blakerden, geblakerd)
    • verzengen verb

Conjugations for verschroeien:

o.t.t.
  1. verschroei
  2. verschroeit
  3. verschroeit
  4. verschroeien
  5. verschroeien
  6. verschroeien
o.v.t.
  1. verschroeide
  2. verschroeide
  3. verschroeide
  4. verschroeiden
  5. verschroeiden
  6. verschroeiden
v.t.t.
  1. heb verschroeid
  2. hebt verschroeid
  3. heeft verschroeid
  4. hebben verschroeid
  5. hebben verschroeid
  6. hebben verschroeid
v.v.t.
  1. had verschroeid
  2. had verschroeid
  3. had verschroeid
  4. hadden verschroeid
  5. hadden verschroeid
  6. hadden verschroeid
o.t.t.t.
  1. zal verschroeien
  2. zult verschroeien
  3. zal verschroeien
  4. zullen verschroeien
  5. zullen verschroeien
  6. zullen verschroeien
o.v.t.t.
  1. zou verschroeien
  2. zou verschroeien
  3. zou verschroeien
  4. zouden verschroeien
  5. zouden verschroeien
  6. zouden verschroeien
diversen
  1. verschroei!
  2. verschroeit!
  3. verschroeid
  4. verschroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze