Dutch
Detailed Synonyms for verstaan in Dutch
verstaan:
-
verstaan
-
verstaan
– het kunnen volgen met je verstand 1 -
verstaan
– elkaar kunnen volgen en aanvoelen 1 -
verstaan
– ermee bedoelen 1 -
verstaan
– goed kunnen horen wat er gezegd wordt 1 -
verstaan
– het goed beheersen 1
Conjugations for verstaan:
o.t.t.
- versta
- verstaat
- verstaat
- verstaan
- verstaan
- verstaan
o.v.t.
- verstond
- verstond
- verstond
- verstonden
- verstonden
- verstonden
v.t.t.
- heb verstaan
- hebt verstaan
- heeft verstaan
- hebben verstaan
- hebben verstaan
- hebben verstaan
v.v.t.
- had verstaan
- had verstaan
- had verstaan
- hadden verstaan
- hadden verstaan
- hadden verstaan
o.t.t.t.
- zal verstaan
- zult verstaan
- zal verstaan
- zullen verstaan
- zullen verstaan
- zullen verstaan
o.v.t.t.
- zou verstaan
- zou verstaan
- zou verstaan
- zouden verstaan
- zouden verstaan
- zouden verstaan
diversen
- versta!
- verstaat!
- verstaan
- verstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze