Summary


Dutch

Detailed Synonyms for verwarmen in Dutch

verwarmen:

verwarmen verb (verwarm, verwarmt, verwarmde, verwarmden, verwarmd)

  1. verwarmen
    opwarmen; verwarmen; verhitten; warm maken; eten opwarmen

Conjugations for verwarmen:

o.t.t.
  1. verwarm
  2. verwarmt
  3. verwarmt
  4. verwarmen
  5. verwarmen
  6. verwarmen
o.v.t.
  1. verwarmde
  2. verwarmde
  3. verwarmde
  4. verwarmden
  5. verwarmden
  6. verwarmden
v.t.t.
  1. heb verwarmd
  2. hebt verwarmd
  3. heeft verwarmd
  4. hebben verwarmd
  5. hebben verwarmd
  6. hebben verwarmd
v.v.t.
  1. had verwarmd
  2. had verwarmd
  3. had verwarmd
  4. hadden verwarmd
  5. hadden verwarmd
  6. hadden verwarmd
o.t.t.t.
  1. zal verwarmen
  2. zult verwarmen
  3. zal verwarmen
  4. zullen verwarmen
  5. zullen verwarmen
  6. zullen verwarmen
o.v.t.t.
  1. zou verwarmen
  2. zou verwarmen
  3. zou verwarmen
  4. zouden verwarmen
  5. zouden verwarmen
  6. zouden verwarmen
diversen
  1. verwarm!
  2. verwarmt!
  3. verwarmd
  4. verwarmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for verwarmen