Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bezwarend:
  2. bezwaren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezwarend from Dutch to Swedish

bezwarend:

bezwarend adj

  1. bezwarend (belastend)

Translation Matrix for bezwarend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
retsam belastend; bezwarend
retsamt belastend; bezwarend hinderlijk; lastig; onaangenaam; storend

bezwarend form of bezwaren:

bezwaren verb (bezwaar, bezwaart, bezwaarde, bezwaarden, bezwaard)

  1. bezwaren (bezwaar aantekenen; bezwaar maken)
    opponera sig; klaga; göra invändningar
  2. bezwaren (verzwaren; zwaarder maken; gewicht toevoegen)
    göra tyngre
    • göra tyngre verb (gör tyngre, gjorde tyngre, gjort tyngre)

Conjugations for bezwaren:

o.t.t.
  1. bezwaar
  2. bezwaart
  3. bezwaart
  4. bezwaren
  5. bezwaren
  6. bezwaren
o.v.t.
  1. bezwaarde
  2. bezwaarde
  3. bezwaarde
  4. bezwaarden
  5. bezwaarden
  6. bezwaarden
v.t.t.
  1. heb bezwaard
  2. hebt bezwaard
  3. heeft bezwaard
  4. hebben bezwaard
  5. hebben bezwaard
  6. hebben bezwaard
v.v.t.
  1. had bezwaard
  2. had bezwaard
  3. had bezwaard
  4. hadden bezwaard
  5. hadden bezwaard
  6. hadden bezwaard
o.t.t.t.
  1. zal bezwaren
  2. zult bezwaren
  3. zal bezwaren
  4. zullen bezwaren
  5. zullen bezwaren
  6. zullen bezwaren
o.v.t.t.
  1. zou bezwaren
  2. zou bezwaren
  3. zou bezwaren
  4. zouden bezwaren
  5. zouden bezwaren
  6. zouden bezwaren
diversen
  1. bezwaar!
  2. bezwaart!
  3. bezwaard
  4. bezwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bezwaren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
göra invändningar bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken
göra tyngre bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken verzwaren; zwaarder maken
klaga bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren eisen; foeteren; huilen; jammeren; jeremiëren; kankeren; kermen; klagen; knorren; knorrend geluid maken; protesteren; reclameren; rouwklagen; sakkeren; schreien; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; uitgieren; weeklagen; zeuren
opponera sig bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren opponeren; protesteren; tegenspartelen; tegenspreken; tegenstribbelen; tegenwerpen; verzetten

Related Words for "bezwaren":


Wiktionary Translations for bezwaren:


Cross Translation:
FromToVia
bezwaren belasta burden — encumber