Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. broeken:
  2. broek:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for broeken from Dutch to Swedish

broeken:

broeken [de ~] noun, plural

  1. de broeken (pantalons)

Translation Matrix for broeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
benkläder broeken; pantalons
byxor broeken; pantalons broek; lange broek; pantalon

Related Words for "broeken":


broek:

broek [de ~] noun

  1. de broek (lange broek; pantalon)
    – kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit 1
    byxor

Translation Matrix for broek:

NounRelated TranslationsOther Translations
byxor broek; lange broek; pantalon broeken; pantalons

Related Words for "broek":


Related Definitions for "broek":

  1. kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit1
    • ze draagt een broek als het koud is1

Wiktionary Translations for broek:

broek
noun
  1. een kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen

Cross Translation:
FromToVia
broek byxa pants — garment covering the body from the waist downwards
broek myr; kärr; sumpmark; mosse swamp — type of wetland
broek knäbyxor; underbyxor culotte — Traductions à trier suivant le sens
broek träsk; kärr; moras; sump marais — Étendue humide (1)
broek träsk; kärr marécageétendue de terre saturée d'eau pendant la plus grande partie de l'année, et dont la surface du sol n'est généralement recouverte que d'une faible profondeur d'eau.
broek benkläder; byx; byxa; byxor pantalon — vête|fr long culotte qui descendre jusque sur le cou-de-pied.