Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. een sprongetje maken:


Dutch

Detailed Translations for een sprongetje maken from Dutch to Swedish

een sprongetje maken:

een sprongetje maken verb

  1. een sprongetje maken (springen)
    hoppa; stiga; göra ett litet hopp
    • hoppa verb (hoppar, hoppade, hoppat)
    • stiga verb (stiger, steg, stigit)
    • göra ett litet hopp verb (gör ett litet hopp, gjorde ett litet hopp, gjort ett litet hopp)

Translation Matrix for een sprongetje maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
hoppa sprongetje
VerbRelated TranslationsOther Translations
göra ett litet hopp een sprongetje maken; springen
hoppa een sprongetje maken; springen bokspringen; hinkelen; hinken; hoppen; touwtjespringen
stiga een sprongetje maken; springen de hoogte ingaan; doen stijgen; gaan staan; hoger bieden; hoger worden; in de lucht omhoogstijgen; klimmen; omhoogklimmen; omhoogkomen; opstaan; opstijgen; stijgen; treden; uitrijzen; uittorenen; verheffen

Related Translations for een sprongetje maken