Summary


Dutch

Detailed Translations for harmonie from Dutch to Swedish

harmonie:

harmonie [de ~ (v)] noun

  1. de harmonie (eendracht; eensgezindheid; eendrachtigheid)
    harmoni; endräkt
  2. de harmonie (evenwicht; balans)
    balans; jämvikt; ekvilibrium
  3. de harmonie (samenklank)
    harmoni; samklang
  4. de harmonie (muziekkorps; fanfare; kapel; blaaskapel; fanfarekorps)
    band; grupp; orkester

Translation Matrix for harmonie:

NounRelated TranslationsOther Translations
balans balans; evenwicht; harmonie activa; banktegoed; baten; bezit; evenwichtigheid; inkomstenoverzicht; resultatenrekening; saldo; tegoed; winst- en verliesrekening
band blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps aansluiting; band; bandjes; binding; cassette; cassettebandje; connectie; draagband; draagriem; galon; gebondenheid; geluidsband; inktlint; kapellen; koorden; liaison; link; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; omzoming; relatie; samenhang; snoeren; strook; tres; verband; verbinding
ekvilibrium balans; evenwicht; harmonie
endräkt eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eenzelvigheid; uniformiteit
grupp blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps aantal personen bijeen; categorie; classificatie; community; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gemeente; gezelschap; groep; groep mensen; groepering; horde; kernploeg; klasse; kudde; massa; partij; ploeg; schaar; schare; suite; team; troep; werkgroep
harmoni eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; samenklank
jämvikt balans; evenwicht; harmonie evenwichtigheid
orkester blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps orkest
samklang harmonie; samenklank

Related Words for "harmonie":

  • harmonies