Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. heiligheid:
  2. heilig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for heiligheid from Dutch to Swedish

heiligheid:

heiligheid [de ~ (v)] noun

  1. de heiligheid
    helighet

Translation Matrix for heiligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
helighet heiligheid

Related Words for "heiligheid":


heilig:


Translation Matrix for heilig:

NounRelated TranslationsOther Translations
underbar saletjonker; salonheld
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fantastisk glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; formidabel; gaaf; geweldig; krankzinnig; prachtig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
fantastiskt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig buitengemeen; dolletjes; enig; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; gaaf; geschikt; geweldig; groots; hoogst; krankzinnig; prachtig; puik; reuze; riant; te gek; tof; waanzinnig; wijs; zeer
helgad gewijd; heilig
helgat gewijd; heilig
helig gewijd; heilig immuun; onschendbaar; onvatbaar
heligt gewijd; heilig immuun; onschendbaar; onvatbaar
härlig glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig aanlokkelijk; betoverend; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; overheerlijk; prachtig; reuzelekker; schitterend; smakelijk; verlokkend; verrukkelijk; zalig
härligt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig aanlokkelijk; beeldschoon; betoverend; geschikt; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; overheerlijk; prachtig; reuzelekker; riant; schitterend; smakelijk; tof; verlokkend; verrukkelijk; zalig
praktfullt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig glorierijk; luisterrijk; lustrijk; luxueus; magnifiek; prachtig; schitterend; weelderig
underbar glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig beeldig; beeldschoon; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geschikt; geweldig; groots; heerlijk; hemels; kiplekker; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; prima; puik; reuzelekker; riant; smakelijk; tof; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; wonderbaarlijk; zalig
underbart glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig allerliefst; beeldig; beeldschoon; betoverend; dolletjes; dottig; enig; geschikt; heerlijk; hemels; kiplekker; kostelijk; lekker; lief; liefelijk; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; overheerlijk; prachtig; prima; reuzelekker; riant; schattig; schitterend; smakelijk; snoezig; tof; uitstekend; verrukkelijk; vertederend; voortreffelijk; wonderbaarlijk; zalig
utomordentligt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig buitengemeen; glansrijk; hoogst; overtreffend; riant; schitterend; tartend; zeer
ägnat gewijd; heilig

Related Words for "heilig":


Related Definitions for "heilig":

  1. met (voor gelovigen) een speciale betekenis1
    • in India is de koe een heilig dier1
  2. wie door god is uitgekozen1
    • de heilige maagd Maria was de moeder van Jezus1

Wiktionary Translations for heilig:


Cross Translation:
FromToVia
heilig helig sacré — (religion) Qui concerner la religion, qui a pour objet le culte de Dieu ou des dieux.
heilig helig saintpur, souverainement parfait et bienheureux.

External Machine Translations: