Dutch
Detailed Translations for issue from Dutch to Swedish
issue:
Translation Matrix for issue:
Noun | Related Translations | Other Translations |
angelägenhet | issue; kwestie; punt | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; urgentie; zaak |
fråga | issue; kwestie; punt | interpellatie; query; substantie; vraag |
resultat | issue; kwestie; punt | afloop; consequentie; effect; effecten; gevolg; ontknopingen; pandbrieven; resultaat; resultante; uitkomst; uitkomsten; uitvloeisel; voortvloeisel; winsten |
sak | issue; kwestie; punt | aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; oorzaak; substantie; zaak |
utgang | issue; kwestie; punt | |
ämne | issue; kwestie; punt | onderdaan; onderwerp; onderwerpen; thema; thema's |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fråga | afvragen; bidden; navragen; onderzoeken; smeken; speuren; verwonderen; verzoeken; vorsen; vraag stellen; vragen |