Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. roerigheid:
  2. roerig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for roerigheid from Dutch to Swedish

roerigheid:

roerigheid [de ~ (v)] noun

  1. de roerigheid (beroering; onrust)
  2. de roerigheid (activiteit; bedrijvigheid)
    aktivitet

Translation Matrix for roerigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
aktivitet activiteit; bedrijvigheid; roerigheid Windows Workflow Foundation-activiteit; activiteit; werkstroomactiviteit; zakelijke activiteit
svårigheter beroering; onrust; roerigheid

Related Words for "roerigheid":


Wiktionary Translations for roerigheid:


Cross Translation:
FromToVia
roerigheid tumult bagarreTraductions à trier suivant le sens.

roerigheid form of roerig:


Translation Matrix for roerig:

NounRelated TranslationsOther Translations
orolig onenigheid; onmin; onvrede
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fladdrigt onrustig; roerig; woelig ongedurig
orolig onrustig; roerig; woelig bezorgd; ongerust; rusteloos; verontrust
oroligt bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig angstig; bang; bevreesd; bezorgd; in angst; ongerust; piekerig; rusteloos; tobberig; verontrust; verschrikt; vreesachtig; zwaartillend
rastlös onrustig; roerig; woelig ongedurig; rusteloos
rastlöst onrustig; roerig; woelig ongedurig; rusteloos
tumultartad bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
tumultartat bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig

Related Words for "roerig":

  • roerigheid, roeriger, roerigere, roerigst, roerigste, roerige

Wiktionary Translations for roerig:


Cross Translation:
FromToVia
roerig föränderlig mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).