Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. slap hangen:


Dutch

Detailed Translations for slap hangen from Dutch to Swedish

slap hangen:

slap hangen verb (hang slap, hangt slap, hing slap, hingen slap, slap gehangen)

  1. slap hangen (er slap bijhangen)
    hänga slappt
    • hänga slappt verb (hänger slappt, hängde slappt, hängt slappt)

Conjugations for slap hangen:

o.t.t.
  1. hang slap
  2. hangt slap
  3. hangt slap
  4. hangen slap
  5. hangen slap
  6. hangen slap
o.v.t.
  1. hing slap
  2. hing slap
  3. hing slap
  4. hingen slap
  5. hingen slap
  6. hingen slap
v.t.t.
  1. heb slap gehangen
  2. hebt slap gehangen
  3. heeft slap gehangen
  4. hebben slap gehangen
  5. hebben slap gehangen
  6. hebben slap gehangen
v.v.t.
  1. had slap gehangen
  2. had slap gehangen
  3. had slap gehangen
  4. hadden slap gehangen
  5. hadden slap gehangen
  6. hadden slap gehangen
o.t.t.t.
  1. zal slap hangen
  2. zult slap hangen
  3. zal slap hangen
  4. zullen slap hangen
  5. zullen slap hangen
  6. zullen slap hangen
o.v.t.t.
  1. zou slap hangen
  2. zou slap hangen
  3. zou slap hangen
  4. zouden slap hangen
  5. zouden slap hangen
  6. zouden slap hangen
en verder
  1. ben slap gehangen
  2. bent slap gehangen
  3. is slap gehangen
  4. zijn slap gehangen
  5. zijn slap gehangen
  6. zijn slap gehangen
diversen
  1. hang slap !
  2. hangt slap !
  3. slap gehangen
  4. slap hangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for slap hangen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hänga slappt er slap bijhangen; slap hangen gaan hangen; uitzakken

External Machine Translations:

Related Translations for slap hangen