Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. toepassing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toepassing from Dutch to Swedish

toepassing:

toepassing [de ~ (v)] noun

  1. de toepassing (gebruik; aanwending; aanwenden)
  2. de toepassing (aanwending; gebruik; inzet)
  3. de toepassing (programma)
    program
  4. de toepassing

Translation Matrix for toepassing:

NounRelated TranslationsOther Translations
användning aanwenden; aanwending; gebruik; inzet; toepassing aanwending; behandeling; consumptie; gebruik; hantering; in gebruik nemen; taalgebruik; verbruik
program programma; toepassing agenda; computerprogramma; programma; software; zakagenda
tillämpning aanwending; gebruik; inzet; toepassing
- gebruik

Related Words for "toepassing":

  • toepassingen

Synonyms for "toepassing":


Related Definitions for "toepassing":

  1. het ergens voor benutten1
    • de toepassing van een theorie is vaak moeilijk1

Wiktionary Translations for toepassing:


Cross Translation:
FromToVia
toepassing programvara; applikation application — a computer program