Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. foppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for foppen from Dutch to English

foppen:

foppen verb (fop, fopt, fopte, fopten, gefopt)

  1. foppen (in de maling nemen; voor de gek houden; te pakken nemen)
    to fool; to tease; to vex; to badger; to swindle; to trick; to hoax; to hoodwink
    • fool verb (fools, fooled, fooling)
    • tease verb (teases, teased, teasing)
    • vex verb (vexes, vexed, vexing)
    • badger verb (badgers, badgered, badgering)
    • swindle verb (swindles, swindled, swindling)
    • trick verb (tricks, tricked, tricking)
    • hoax verb (hoaxes, hoaxed, hoaxing)
    • hoodwink verb (hoodwinks, hoodwinked, hoodwinking)
  2. foppen (beetnemen)

Conjugations for foppen:

o.t.t.
  1. fop
  2. fopt
  3. fopt
  4. foppen
  5. foppen
  6. foppen
o.v.t.
  1. fopte
  2. fopte
  3. fopte
  4. fopten
  5. fopten
  6. fopten
v.t.t.
  1. heb gefopt
  2. hebt gefopt
  3. heeft gefopt
  4. hebben gefopt
  5. hebben gefopt
  6. hebben gefopt
v.v.t.
  1. had gefopt
  2. had gefopt
  3. had gefopt
  4. hadden gefopt
  5. hadden gefopt
  6. hadden gefopt
o.t.t.t.
  1. zal foppen
  2. zult foppen
  3. zal foppen
  4. zullen foppen
  5. zullen foppen
  6. zullen foppen
o.v.t.t.
  1. zou foppen
  2. zou foppen
  3. zou foppen
  4. zouden foppen
  5. zouden foppen
  6. zouden foppen
en verder
  1. ben gefopt
  2. bent gefopt
  3. is gefopt
  4. zijn gefopt
  5. zijn gefopt
  6. zijn gefopt
diversen
  1. fop!
  2. fopt!
  3. gefopt
  4. foppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for foppen:

NounRelated TranslationsOther Translations
badger das
fool achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; mallerd; malloot; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; pias; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zot; zottin; zwakzinnige
hoax hoax
swindle boerenbedrog; fraude; gezwendel; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; oplichterij; oplichting; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
trick behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loer; maniertje; manoeuvre; poets; slimheid; sluwe streek; streek; tochtje; toertje; trip; truc; trucage; uitje; uitstapje
VerbRelated TranslationsOther Translations
badger foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden aanleiding geven tot; chicaneren; dwarszitten; harrewarren; intimideren; kleinzielig gedragen; op zijn hart hebben; ophitsen; provoceren; terroriseren; tiranniseren; uitdagen; uitlokken; vrees aanjagen; wegpesten
fool beetnemen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden afzetten; beet nemen; beetnemen; in de maling nemen; in het ootje nemen; wijsmaken
hoax foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden
hoodwink foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; misleiden; oplichten; zwendelen
pull someone's leg beetnemen; foppen beetnemen; in het ootje nemen
swindle foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; bezwendelen; misleiden; neppen; oplichten; zwendelen
take the micky out of beetnemen; foppen
tease foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden koeioneren; kwellen; narren; ontlokken; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren
trick foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden afzetten; bedonderen; bezwendelen; verneuken
vex foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen

Wiktionary Translations for foppen:

foppen
verb
  1. trick