Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. inspannen:


Dutch

Detailed Synonyms for inspannen in Dutch

inspannen:

inspannen verb (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)

  1. inspannen
    inspannen; moeite geven
    • inspannen verb (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)
    • moeite geven verb (geef moeite, geeft moeite, gaf moeite, gaven moeite, moeite gegeven)
  2. inspannen
    aanspannen; inspannen
    • aanspannen verb (span aan, spant aan, spande aan, spanden aan, aangespannen)
    • inspannen verb (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)
  3. inspannen
    – er je best voor doen 1
    inspannen
    – er je best voor doen 1
    • inspannen verb (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)
      • zij spant zich enorm in voor de vereniging1
  4. inspannen
    – je kracht gebruiken 1
    inspannen
    – je kracht gebruiken 1
    • inspannen verb (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)
      • hij heeft zich ingespannen om die kast te versjouwen1
  5. inspannen
    – voor de wagen vastmaken 1
    inspannen
    – voor de wagen vastmaken 1
    • inspannen verb (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)
      • het paard werd ingespannen1

Conjugations for inspannen:

o.t.t.
  1. span in
  2. spant in
  3. spant in
  4. spannen in
  5. spannen in
  6. spannen in
o.v.t.
  1. spande in
  2. spande in
  3. spande in
  4. spanden in
  5. spanden in
  6. spanden in
v.t.t.
  1. heb ingespannen
  2. hebt ingespannen
  3. heeft ingespannen
  4. hebben ingespannen
  5. hebben ingespannen
  6. hebben ingespannen
v.v.t.
  1. had ingespannen
  2. had ingespannen
  3. had ingespannen
  4. hadden ingespannen
  5. hadden ingespannen
  6. hadden ingespannen
o.t.t.t.
  1. zal inspannen
  2. zult inspannen
  3. zal inspannen
  4. zullen inspannen
  5. zullen inspannen
  6. zullen inspannen
o.v.t.t.
  1. zou inspannen
  2. zou inspannen
  3. zou inspannen
  4. zouden inspannen
  5. zouden inspannen
  6. zouden inspannen
en verder
  1. ben ingespannen
  2. bent ingespannen
  3. is ingespannen
  4. zijn ingespannen
  5. zijn ingespannen
  6. zijn ingespannen
diversen
  1. span in!
  2. spant in!
  3. ingespannen
  4. inspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Antonyms for "inspannen":


Related Definitions for "inspannen":

  1. er je best voor doen1
    • zij spant zich enorm in voor de vereniging1
  2. je kracht gebruiken1
    • hij heeft zich ingespannen om die kast te versjouwen1
  3. voor de wagen vastmaken1
    • het paard werd ingespannen1