Dutch

Detailed Synonyms for parten in Dutch

parten:

parten [de ~] noun, plural

  1. de parten
    de stukken; de delen; de segmenten; de porties; de parten; de barrels; de partjes

Related Words for "parten":


part:

part [de ~] noun

  1. de part
    het aandeel; het deel; de part
  2. de part
    het aandeel; de part; de portie
  3. de part
    het stuk; het deel; het gedeelte; de part; de fractie
  4. de part
    – wat kleiner is dan het totaal 1
    het deel; het stuk; het gedeelte; het element; de part
    – wat kleiner is dan het totaal 1
    • deel [het ~] noun
      • je krijgt ook een deel van de winst1
    • stuk [het ~] noun
      • wil je ook een stuk taart?1
    • gedeelte [het ~] noun
      • in welk gedeelte van de trein wil je zitten?1
    • element [het ~] noun
      • deze bank bestaat uit drie elementen1
    • part [de ~] noun
      • ik snij de appel in partjes1

Related Words for "part":


Alternate Synonyms for "part":


Antonyms for "part":


Related Definitions for "part":

  1. wat kleiner is dan het totaal1
    • ik snij de appel in partjes1