Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. kak:
  2. kakken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kak from Dutch to Swedish

kak:

kak [de ~ (m)] noun

  1. de kak (poep; schijt; stront; drek)
    skit; lort

Translation Matrix for kak:

NounRelated TranslationsOther Translations
lort drek; kak; poep; schijt; stront
skit drek; kak; poep; schijt; stront beer; bezinksel; dik; drab; droesem; drol; excrementen; fecaliën; feces; galbak; grondsop; hoop; keutel; mest; moer; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen; zetsel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
skit bliksems; shit; verdraaid; verduiveld

Related Words for "kak":


Wiktionary Translations for kak:


Cross Translation:
FromToVia
kak skit; bajs shit — solid excretory product evacuated from the bowel

kak form of kakken:

kakken verb (kak, kakt, kakte, kakten, gekakt)

  1. kakken
    skita; strunta
    • skita verb (skiter, sket, skitit)
    • strunta verb (struntar, struntade, struntat)

Conjugations for kakken:

o.t.t.
  1. kak
  2. kakt
  3. kakt
  4. kakken
  5. kakken
  6. kakken
o.v.t.
  1. kakte
  2. kakte
  3. kakte
  4. kakten
  5. kakten
  6. kakten
v.t.t.
  1. heb gekakt
  2. hebt gekakt
  3. heeft gekakt
  4. hebben gekakt
  5. hebben gekakt
  6. hebben gekakt
v.v.t.
  1. had gekakt
  2. had gekakt
  3. had gekakt
  4. hadden gekakt
  5. hadden gekakt
  6. hadden gekakt
o.t.t.t.
  1. zal kakken
  2. zult kakken
  3. zal kakken
  4. zullen kakken
  5. zullen kakken
  6. zullen kakken
o.v.t.t.
  1. zou kakken
  2. zou kakken
  3. zou kakken
  4. zouden kakken
  5. zouden kakken
  6. zouden kakken
diversen
  1. kak!
  2. kakt!
  3. gekakt
  4. kakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kakken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
skita kakken
strunta kakken

Related Words for "kakken":